Sinds de jaren zeventig worden bedrijven in toenemende mate zich meer bewust van hun kosten (Sherif and Kolarik[1] en Wübbenhorst[2]). De beheersing van deze kosten (Cost management) is een onderwerp wat steeds belangrijker wordt.
Er worden in de wereld vele begrippen genoemd als we spreken over levenscyclus kosten. Soms worden de verschillend namen gebruikt om het zelfde te definiëren.
In deze paragraaf worden de verschillen tussen Life Cycle Cost (LCC), Total Ownership Cost (TCO) en Whole Life Cost (WLC) beschreven en verduidelijkt in meer detail. Tevens wordt beschreven de definities tussen gelinkte en niet gelinkte, directe versus indirecte en variabele versus vaste kosten.
Het is duidelijk dat directe kosten onderdeel uitmaken van de levenscyclus kosten, maar de vragen ontstaan bij de indirecte kosten. Hieronder worden de verschillende concepten beschreven waar de steeds toenemende kostenposten onder vallen.
Er zijn een drietal begrippen, welke in de praktijk wel eens onterecht door elkaar worden gebruikt:
Deze definities zijn in onderstaande figuur grafisch weergeven.
Fig. 40 Relatie tussen WLC- TOC en LCC bron NATO RTO.[3]
De Life Cycle Cost (LCC) omvat alle directe kosten plus indirect variabele kosten geassocieerd met de aanschaf, Operatie & ondersteuning en verwijdering van het systeem. Indirecte kosten kunnen kosten zijn als aanvullend gereedschap, aanvullend administratief personeel en niet gelinkte onderdelen als nieuw HRM personeel om nieuw personeel aan te trekken.
Alle indirecte kosten gerelateerd aan activiteiten of resources die niet beïnvloed zijn door de komst van het nieuwe systeem maken geen deel uit van de LCC.
LCC vat de marginale kosten (direct en indirect) samen bij de introductie van een systeem. LCC wordt gebruikt als een minimum voor de analyse van alternatieven.
Total Ownership Costs (TOC) omvat alle elementen die onderdeel uitmaken van een LCC plus de indirecte vaste gelinkte kosten.
Deze indirecte vaste kosten kunnen kosten aspecten bevatten zoals gezamenlijke testgereedschap, gezamenlijke ondersteunende onderdelen/installaties, personeel voor planning, administratie, supervisie, financiële controller kosten en dergelijke.
TOC vertegenwoordig alle kosten van het bezit van het systeem en alle indirecte vaste kosten die nodig zijn om de organisatie te laten functioneren. TOC wordt toegepast voor budget doeleinden en heeft een optimalisatie doelstelling om services te bepalen tussen systemen en wordt toegepast voor financiële analyses.
Whole Life Costing (WLC) omvat alle elementen die onderdeel uitmaken van de TOC plus indirect, vaste, niet gerelateerde kosten.
Deze onderdelen kunnen kosten zijn zoals personeel privé huisvestingskosten, medische zorg, kosten hoofdkantoor, staf personeel en HRM personeel.
WLC omvat alle kosten of uitgaven die gemaakt worden door de organisatie en worden aan het systeem of product toegewezen.
De essentie van WLC is om de vraag “wat zijn de kosten om een bepaald doel te bereiken via dit alternatief”. In vergelijking met de meer beperkte vraagstelling “wat zijn de kosten om dit voorwerp te kopen”. Deze vraag is relevant binnen meerdere fasen in het inkoopproces, zoals de overweging van de businesscase tot het evalueren van de tenders[4].
WLC wordt in het algemeen vooral toegepast voor strategische studies.
Drury[5] geeft aan dat Cost management zich voornamelijk bezig houdt met kostenreductie. Drury bespreekt dan ook een aantal concepten die bijdragen aan Cost management, life-cycle costing is het eerste concept wat hier belangrijke aandacht krijgt. Ook Ellram[6] bespreekt Strategic Cost Management (SCM) en geeft aan dat SCM wordt toegepast om met een brede blik op zowel interne als externe kosten te kijken, met als doel competitieve voordelen te ontwikkelen. Ellram stelt dat binnen deze blik op de kosten er veel aandacht is voor productiekosten en weinig aandacht voor inkoop van bijvoorbeeld grondstoffen en diensten. Haar conclusie is dat Total Cost of Ownership (TCO) een methode is die goed toegepast kan worden om bij inkoop meer voordelen te behalen.
De verschuiving van traditionele inkoop, waarbij alleen naar prijs wordt gekeken, naar TCO wordt verklaard door Woodward[7]. Hij geeft aan dat bedrijven gebrek hebben aan middelen en hun investeringskeuzes daarom beter gaan onderbouwen. Wanneer het bij deze keuzes nu gaat om activa met een lange levensduur, willen bedrijven hun investeringen optimaliseren over de levensduur van de activa. De kosten van activa worden dan over de levenscyclus in kaart gebracht en kunnen verbeterd worden, een beter ontwerp leidt misschien wel tot lagere onderhoudskosten. Hier ligt de basis van het “life-cycle denken”.
In dit onderzoek wordt vanaf nu gewerkt met de term life-cycle costing, dit omdat dit onderzoek zich toespitst op de kosten van projecten over de gehele levenscyclus. Ook is een bedrijf aan de kant van de leverancierszijde niet rechtstreeks in staat om het inkoopproces van haar klant te beïnvloeden, de waarde van de elementen die invloed heeft op de TCO en WLC in de waardeketen is niet eenvoudig te definiëren en subjectief.
Gradis zegt dat de werkelijke TCO kosten van moderne DCS systemen in de uitgaven voor onderhoudstrainingen, trainingsprogramma’s voor operators, programmeurs en onderhoudstechnici liggen[8]. Dit zijn dus LCC kosten.
Fig. 41 LCCA Calculatiemodel[9]
Er bestaan verschillende LCCA modellen met een verschillende achtergrond. Deze zijn niet binnen deze thesis verder uitgewerkt.
Verschillende LCCA modellen[10]:
De definitie van Life Cycle Cost Analyse (LCCA) is: Een economische analyse methode die de mogelijkheid geeft om een vergelijking te maken van verschillende systeem alternatieven door het beoordelen van de totale kosten in een netto contante waarde (NPV) begrip. De bereken periode is de bruikbare levensduur waarbinnen het systeem, wordt gebouwt, het systeem in bezit heeft, het gebruiken en onderhouden wordt[12].
Een beknopte definitie van LCC is: de economische waardering van concurrerende ontwerp- en bouwalternatieven, rekening houdend met, per alternatief, alle significante eigenaarskosten gedurende de economische levensduur, uitgedrukt in dollarequivalenten[13].
De definitie van LCC waarmee in deze thesis gewerkt wordt is:
‘Life-Cycle Costs (LCC) zijn de totale verwachte kosten voor een specifiek DCS systeem of alternatief over de gehele levensduur van het systeem of alternatief’.
Fig. 42 Grafische life-cycle costs ingedeeld naar projectfase[14] (overgenomen uit Woodward 1997)
Er bestaan verschillende levencyclus fasen, dit is medeafhankelijk vanuit welke hoek je kijkt.
Verschillende levencyclus perspectieven[15]:
De life cycle voor een DCS eindgebruiker bestaat uit de fasen:
Wübbenhorst[16] en Ellram[17] classificeren de problemen bij het maken van Life-cycle analyses
(nadelen[18] gelden voor LCC-TOC en WLC) in een aantal categorieën:
Configuratie:
· Een analyse van een project is vaak nog onderhevig aan veranderingen tijdens de eerste fasen in een project dat leidt tot andere kostenstructuren. Na de oplevering staat de configuratie vast en kan er aan de kostenstructuur niets meer veranderd worden;
· Er bestaat geen algemene berekeningsformule voor het uitvoeren van een LCC.
Culturele problemen:
Informatie:
Kosten:
· Omdat LCB een maatregel op de lange termijn is, drukt het de kosten in de loop van de tijd. Als u echter onmiddellijk in de kosten moet snijden, is LCB niet erg nuttig;
· Het uitvoeren van een LCB veroorzaakt zelf ook kosten;
· Soms kan het moeilijk zijn om te bepalen of en zo ja in welke mate, bepaalde kosten aan activa moeten worden toegewezen;
· LCB biedt geen hulp voor waardevaststelling van immateriële activa;
· De beslissingen die gemaakt worden in de ontwikkelingsfase zijn dus maatgevend voor de kosten van de realisatie van een ontwerp. Dit onderwerp wordt erg vaak onderschat.
Risico:
· Over het algemeen, beoordeelt LCB niet de risico's die bij een aankoop van activa betrokken zijn. LCB is niet erg nuttig om investeringen af te stemmen met strategische doelstellingen.
Training/onderwijs problemen:
· Over het algemeen, wordt gedacht dat LCC erg moeilijk is en hulpmiddelen nodig heeft om tot resultaten te komen. Men heeft behoefte aan leidraden tijdens de uitvoer van LCC.
Tijd:
· De inspanning die nodig is om een analyse van LCB te maken.
De ‘order winners’ op het LCC aspect zijn die DCS leveranciers die de onderstaande eigenschappen hebben waarmee ze het best in kunnen spelen op de gunningcriteria. In de huidige situatie is gunning meestal gebaseerd op laagste prijs en deze leidt tot de volgende order winners[19]:
· Een relatief laag uurtarief voor de bouw, inbedrijfstelling, onderhoud en beheer van installaties (relatief is ten opzichte van directe concurrentie);
· Een lage kostprijs voor de hardware en software;
· Door een voorsprong in engineering-methoden worden er oplossingen ontwikkeld die dezelfde functionaliteit bevatten bij een lagere kostprijs.
Om een goede vergelijking te kunnen maken moeten de methode van LCC berekening eenduidig zijn. Om dit te kunnen bevorderen bestaan er verschillende LCC normen voor verschillende toepassingsgebieden betreffende deze berekeningen. Enkele LCC normen zijn die van toepassing zijn voor systemen zijn:
· CEI/IEC 300-3-3:1996 Dependability management section 3: Life cycle costing (IEC, 1996);
·
ISO/IEC 15288:2002 Systems engineering - System
life cycle processes (IEC, 2002), “Standard for Information Technology -System
Life Cycle Processes”[20]
[21].
5.12.10.1. ISO/IEC 15288:2002
Met de nieuwe internationale ISO/IEC 15288:2002 norm wordt een gemeenschappelijk kader tot stand gebracht om de levenscyclus van door de mens ontwikkelde systemen te kunnen beschrijven. Er worden een reeks processen met bijbehorende terminologie geformuleerd. Deze processen kunnen worden toegepast op elk niveau in de hiërarchie van de systeemstructuur. Hieronder zijn de verschillende onderdelen in het raamwerk weergegeven. De verdere uitwerking van de ISO/IEC normen valt buiten het raamwerk van deze thesis.
Fig. SEQ Fig. \* ARABIC 43 System life Cycle process ISO/IEC 15288[22]
LCC- analyses zijn gebaseerd op de totale kosten van een oplossing. Echter geld in de toekomst is goedkoper dan geld nu in verband met de contante waarde van het geld. Dit komt doordat de inflatie geld minder waard maakt. Deze theorie wordt ook wel aangeduid met ‘tijdswaarde van geld’ en kan in Drury[23] of in Taylor[24] gevonden worden. Deze theorie speelt ook een rol bij LCC, om daar verschillende alternatieven te kunnen vergelijken.
Wanneer een bedrijf een keuze moet maken uit verschillende opties, doen ze dit op basis van de kasstromen die een keuze met zich mee brengt. Maar om verschillende opties met complexe kasstromen (complexe kasstromen verschillen in de tijd) met elkaar te kunnen vergelijken moet dit worden teruggerekend naar 1 punt in de tijd, namelijk tijdstip t = 0. De formule voor de netto contante waarde (NCW) van een enkel bedrag is:
Afkorting |
Omschrijving |
NCW |
Netto Contante Waarde van een toekomstig bedrag F |
i |
Interest percentage |
n |
Aantal perioden voor interest |
F |
Toekomstig bedrag |
De toepassing van voorgaande formule op LCC kan door de kasstromen bij een project per jaar in kaart te brengen en de totale kosten per jaar terug te rekenen naar het huidige tijdstip. Het resultaat van deze berekening is dus tijdsonafhankelijk en kan dus projecten met verschillende looptijden en kostenstructuren, met elkaar vergelijken. De methode staat ook wel bekend als Discounted Cash Flow (DCF) [25].
LCC = Cp+ Cic + Cin + Ce + Co + Cm+ Cu+Cr+Ceng+ Cs + Cd +Cenv
Afkorting |
Omschrijving |
C |
Kostenelement |
p |
Kosten van het DCS systeem, aanschafprijs (alle industriële automatiseringscomponenten, producten en systemen) |
ic |
Initiële rest investeringskosten – engineering-, inkoop- en selectieproceskosten |
in |
Installatie- en inbedrijfstellingskosten (inclusief opleiding medewerkers) |
e |
Energiekosten (verwachte kosten voor stroom consumptie van alle industriële automatiseringsonderdelen) incl. koeling |
o |
Bedrijfskosten (arbeidskosten) (call in – consignatiekosten) intern en extern |
m |
Onderhouds- en reparatiekosten (routine en verwachte reparaties) |
u |
Upgrade- en licentiekosten |
r |
Reserveonderdelen contracten t.b.v. beschikbaarheid |
eng |
Engineeringskosten tijdens de looptijd |
s |
Kosten van stilstand (verlies van productie) |
d |
Kosten van buiten bedrijfstellen (inclusief herstel van het plaatselijke milieu en verwijdering van bijkomende diensten |
env |
Milieukosten (vervuiling door uitstoot, bijvoorbeeld CO2) |
We kunnen de levensfase van een systeem onderverdelen in een drietal hoofdgroepen te weten:
Onder de “barrier to enter” kosten vallen vooral de initiële kosten om het geheel te kopen, te installeren en werkend te krijgen.
Barrier to enter kosten worden bepaald door de onderstaande componenten:
Deze kosten zijn CAPEX (CAPital EXpenditure) kosten en zijn éénmalig tijdens de aanschaf van het systeem. In de praktijk ligt de nadruk vaak op deze Capex kosten. (Zie paragraaf 5.12.13 CAPEX – OPEX) voor meer details.
De secties hierna geven in meer detail de elementen weer die nodig zijn om een realistische schatting te kunnen maken van de afzonderlijke waarden om zo een goede LCC berekening te kunnen uitvoeren. Voor een meer detail opsomming van de elementen wordt verwezen naar Appendix E.
Cp Kosten van het DCS systeem
Dit is prijs die de eindgebruiker aan de DCS leverancier moet betalen voor het basis DCS systeem, inclusief alle kosten die nodig zijn om het systeem aan de klantwensen aan te passen. Hieronder vallen consultancy kosten, opleidingen en trainingen, projectmanagement van de implementatie om het DCS systeem, hardware, systeemsoftware, applicatiesoftware, databases, netwerk management en alle andere software die nodig is om het systeem te laten werken.
Tussen de Cp kosten en Cic kosten ligt een directe relatie. Het is dan ook belangrijk om te kijken wat exact geleverd wordt. In het principe zou ook alles onder Cic kunnen vallen, maar omdat er vaak sterk gekeken wordt naar de aanschafprijs van een DCS systeem is in deze thesis besloten om de twee onderdelen te scheiden.
Cic - Initiële rest investeringskosten
De initiële rest investeringskosten zijn alle kosten die nodig zijn voor het project, maar die niet direct bij de DCS leverancier zijn in gekocht. Hier vallen onder andere interne kosten van de eindgebruiker en zijn onderhoudsstaf onder.
· De kosten die gemaakt moeten worden voor aanpassingen aan andere processen en systemen om één en ander met het DCS te laten samenwerken;
· Onder de interne kosten vallen de kosten zoals manuren voor projectmanagement, interne engineering, trainingen, reiskosten voor referentiebezoeken en besprekingen, inkoopproceskosten, maar ook kosten voor de aanpassingen van interne systemen zoals PLC’s koppelingen en dergelijke;
· De aanschafkosten voor ondersteunende systemen zoals noodstroomvoorziening (UPS) en koel- en ventilatiesystemen (HVAC).
Cin – Installatie- en Commissioning (Start-up) kosten
Onder de installatiekosten worden de kosten verstaan die nodig zijn om het systeem te plaatsen. Deze kosten zijn onder te verdelen in civiele kosten zoals het bouwen of het aanpassen van een rackroom en de controlekamer.
Bij de bouw van de rackroom is het begrip “footprint” van belang. Dit begrip geeft aan hoeveel ruimte er nodig is om de DCS hardware te plaatsen. De footprint is mede afhankelijk van de gebruikte veldtechnologie zoals Foundation Fieldbus en Profibus, 4-20 mA signalen en toepassen van high density I/O.
Hoe meer ruimte er nodig is voor de plaatsing van de DCS I/O kasten, des te hoger worden de bouwkundige kosten voor de rackroom.
De tweede grote kostenpost is het leggen van alle elektrische verbindingen tussen de sturende en corrigerende organen van en naar het DCS systeem. We spreken hier vaak over vele honderden kilometers kabels per project.
De derde grote kostenpost is de commissioning en de start-up van de installatie. Elk stuk software moet getest worden op goede werking, communicatie met andere software systemen en veldapparatuur.
We kunnen denken aan:
Deze laatste neemt voor een middelgrote installatie vele maanden tijd in beslag voor één of meerdere testteams.
Naast de kosten voor de testteams speelt in de fase van de lijntest vooral ook mee de kosten doordat er vaak niet geproduceerd kan worden omdat de installatie niet operationeel is. Dit is dan ook een zeer belangrijk onderwerp bij migraties.
Gedurende de levenscyclus van een DCS systeem zullen de exploitatiekosten de grootste bijdrage leveren aan de LCC. Dit onderdeel zal dan ook goed onderzocht moeten worden om een goede LCC te kunnen berekenen en om verschillende scenario’s te kunnen doorrekenen. Al deze kosten vallen onder de operationele kosten (OPEX - operational expenditure).
De hoofdonderdelen hiervan zijn in drie groepen onder te verdelen:
Er is voor deze onderverdeling gekozen omdat die vaak overeen komt met de budgettaire verantwoordelijkheden van de verschillende managers van bedrijfsvoering en onderhoud.
Co - Operationele kosten
De operationele kosten (vooral gefocust vanaf de zijde van de afdeling productie) zijn manuur gerelateerde kosten om een DCS systeem te bedrijven.
Hierbij kan men denken aan de kosten voor bediening, training en consignatie van medewerkers. Deze kosten variëren sterk afhankelijk van de complexiteit en belasting van het systeem.
Ce - Energiekosten
De energiekosten bestaan uit een tweetal componenten:
Bij een onderzoek van Kevin Leathy bleek dat de kosten voor hardware in datacenters vrijwel gelijk zijn gebleven maar dat de stroomkosten in een paar jaar zijn verachtvoudigd en dat bij een datacenter 45% van het stroomverbruik veroorzaakt werd door de computers en 55% door het koelsysteem[26].
Door rekening te houden met het type servers en hun plaatsing in de rackroom zijn forse besparingen te bereiken.
Rekenvoorbeeld per PC 250watt, 20 jaar, 365 dagen, 24 uur, 10 PC in configuratie = 43.800 kW.
Het stroomverbruik van de koeling komt dan op (43.800/0,45)*0,55 = 53.533 kW
Het totale verbruik is dan 97.333 kW tijdens de levensduur. De verhouding dagstroom \ nacht- en weekendstroom = 0,48 ten opzichte van 0,52. Uitgaande van het NUON hoog-laag tarief 2008 (11,9 cent/kW) en (5,95 cent/kW) komen de PC stroomkosten op 5.513 euro (dag) + 3031 (nacht) = 8.544 euro.
De totale kosten zullen hoger worden om de volgende redenen:
· Naast de PC’s zijn er erg veel IO modules die stoomgebruiken;
· De stroomprijs zal blijven stijgen in de nabije toekomst;
· Er komt/is politieke druk om aan CO2 reductie te doen en om stroom te gaan besparen;
· De druk vanuit de maatschappij om maatschappelijk verantwoord te ondernemen (MVO) om een groen imago aan te nemen.
Energie besparing en besluitvorming
Ondanks dat organisaties wel groener willen worden, willen ze er vaak geen investeringen voor verrichten. Hierbij speelt eveneens mee dat bij 57% van de systeemmanagers van de stroomkosten niet in hun budget hebben en vanuit dat oogpunt ook geen reden hebben om er iets aan te doen. Uit een online enquête onder 200 IT managers (oktober 2007) bleek dat 77% van hen verwacht dat milieu overwegingen bij IT investeringen zal toenemen[27]. Dit laatste staat haaks op de huidige praktijk zoals hiervoor is aangeven.
Uit hetzelfde onderzoek bleek ook dat 63% van de respondenten nu niet of nauwelijks bereid is extra te betalen voor duurzaamheid.
In Engeland geldt op dit moment een speciale energiebelasting voor financiële instellingen. Bij overschrijding van een maximum toegestaan verbruik krijgt het bedrijf daar forse boetes voor. Dit heeft bij ABN AMRO al geleid tot het vervangen van het serverpark door twee superdomes, waardoor het energieverbruik is gehalveerd. Voor Nederland wordt een gelijksoortige regelgeving verwacht[28].
Cs – Stilstanden en productieverlieskosten
De kosten van een ongeplande stilstand en productieverlies is een zeer significante kostenpost in de totale LCC.
Afhankelijk van het ontwerp van een DCS en zijn componenten zal er incidenteel een onverwachte fout optreden. In die gevallen waarbij de productieverliezen onacceptabel hoog zouden worden wordt er gekozen voor redundant systemen, dat parallel aan het eerste systeem werkt om het uitvalrisico te beperken. De initiële kosten zouden hierdoor hoger worden maar de kans op een productie-uitval geringer. Een redundant systeem geeft ook meer mogelijkheden in verband met online systeem upgrade, denk hierbij ook aan “Load and Go” upgrades. De kosten van een productie-uitval is afhankelijk van geval tot geval maar bedragen van 300.000- tot
1 miljoen euro zijn geen uitzonderingen.
Fig. 44 Productieverlies per incident per industrietak[29]
Fig. 45 Effecten van productie stilstanden[30]
Veel bedrijven in de procesindustrie hebben stops om de vier jaar. Dit heeft direct invloed op hun mogelijkheden om online software wijzigingen en upgrades door te voeren.
Voor een eindgebruiker zijn de volgende vragen van belang:
Cm – Onderhoud- en reparatiekosten
Om een optimale werking te krijgen en te behouden van een DCS systeem is regelmatig en efficiënt onderhoud belangrijk. De DCS leverancier zal een advies geven over de frequentie en het soort onderhoud dat nodig is om het systeem in goede staat te houden.
De kosten die hiermee gemoeid gaan zijn afhankelijk van de aard, frequentie en wie het onderhoud uitvoert. Het ontwerp en de keuzes die daar gemaakt zijn hebben invloed op de onderhoudbaarheid, afhankelijkheden tussen systemen, complexiteit en wie het onderwerp kan uitvoeren. Het onderhoud bestaat meestal uit een aantal verschillende werkzaamheden die door verschillende mensen (intern, via een Solution Provider of DCS leverancier) worden uitgevoerd.
Met de nieuwe “Open” DCS systemen is de complexiteit toegenomen met als gevolg dat de onderhoudskosten met betrekking tot manuren is toegenomen en men meerdere mensen nodig heeft om tot een oplossing te komen.
In de praktijk komt het regelmatig voor dat de onderhoudsinspanning, die geleverd moet worden volgens de DCS leveranciers verkoopmedewerkers lager wordt geschat als door hun service-collega’s of plant onderhoudsmensen nadat de deal is gesloten. Verkoop wil zich tijdens het verkooptraject graag onderscheiden op lage onderhoudskosten. Het is dan ook verstandig tijdens de aanschaf van een DCS systeem gelijktijdig een meerjarig (5 jaar of meer) servicecontract af te sluiten voor het systeem.
Cu - Upgrade- en licentiekosten
Gedurende de levensduur van het systeem zullen er vele bugfixes, patches, updates (meerdere per jaar) en upgrades (meestal één per jaar) uitkomen.
De DCS leverancier levert aan de eindgebruiker een combinatie van software pakketten zoals: Windows, zijn DCS softwareversie en eventuele applicatie pakketten zoals bijvoorbeeld:
De eerste vraag die een eindgebruiker zich moet stellen is hoe “current” / actueel wil hij zijn control systeem houden. Wil hij alleen probleem oplossingen ontvangen of ook uitbreidingssoftware. Wil hij dit doen op basis van jaarlijkse onderhoudskosten of liever om de zoveel jaar als een project tijdens een plant-stop (variëren van 1 maal per twee jaar tot 1 maal in de acht jaren). De gemiddelde stopinterval in de chemische industrie ligt nu rond de vier jaar.
Ook al heeft een bedrijf geen belang bij nieuwe functionaliteit, hij wordt soms door omstandigheden gedwongen om een upgrade uit te voeren. De hoofdreden hiervoor zijn:
Het percentage dat de onderneming moet betalen voor het up-to-date houden van de software is circa 15 tot 20% van de initiële projectkosten dan wel de bruto verkoopprijslijst “listprice”.
Tussen deze twee prijslijsten kunnen behoorlijke verschillen bestaan en het is dus raadzaam om te weten van welke prijs de DCS leverancier uit gaat.
Daarnaast zijn de volgende vragen aan een DCS leverancier belangrijk:
Als we naar Microsoft kijken, die toch een belangrijke rol speelt binnen de softwarebranche, zien we de volgende ontwikkeling.
Microsoft biedt als alternatief voor upgraden - naast het kopen van losse nieuwe licenties - nu het Software Assurance programma aan. De jaarlijkse kosten van het Microsoft Assurance programma hiervan bedragen voor applicaties en besturingssystemen 29% van de nieuwprijs en voor server-producten zoals bij de Client Access Licences (CAL’s) 25%.
Het nieuwe licentieprogramma en het daarmee samenhangende prijsbeleid van Microsoft zijn gericht op een hoge update frequentie. Het is dan ook alleen voordelig wanneer een eindgebruiker zeer regelmatig van nieuwe versies gebruik wil maken.
Uit een Netwerk Gebruikersgroep Nederland (NGN) onderzoek uit 2001 blijkt dat slechts een klein deel van de nieuwe mogelijkheden in software ook daadwerkelijk gebruikt wordt. De meeste gebruikers blijken helemaal geen behoefte te hebben aan nieuwe versies. Redenen waarom toch nieuwe versies worden aangeschaft zijn steeds vaker dat hierin fouten van vorige versies worden gecorrigeerd en dat oudere versies niet langer technisch ondersteund worden.
Het beeld is in 2007 niet veranderd als we kijken naar de uitrol van Windows Vista. Forrester analist Benjamin Gray geeft aan dat op dit moment meer mensen Windows XP licenties gebruiken dan tijdens de lancering Windows Vista. Dit onderzoek is gedaan onder 1.605 Amerikaanse en Europese bedrijven met meer dan 1.000 medewerkers[31].
Wanneer een eindgebruiker afziet van regelmatige updates dient hij genoegen te nemen met alle fouten en tekortkomingen en loopt hij het risico van technische incompatibiliteit. Door deze risico’s en door de introductie van het nieuwe licentieprogramma, voelen gebruikers zich gedwongen om op korte termijn te updaten[32].
Cr - Reserveonderdelen
Het beperken van productiestilstanden is een belangrijke reden om reserveonderdelen ter plaatse beschikbaar te hebben dan wel via een contract centraal af te kunnen roepen bij een DCS leverancier binnen 24 uur.
De mate van de hoeveelheid reserveonderdelen die men ter plaatse moet hebben is afhankelijk van de aard van het proces, mate van redundantie die in het systeem aanwezig is en de geografische locatie.
Binnen Nederland zijn onderdelen van een centrale locatie vaak binnen vier uur beschikbaar, in het Midden Oosten en Noord Afrika kan het wel eens dagen gaan duren dit in verband met Douane bepalingen en soms visa beperkingen voor ondersteunend personeel die ter plaatste werkzaamheden moet uitvoeren.
Doordat de normale levertijd van dit soort onderdelen vaak 6-12 weken is, is men eigenlijk verplicht om een onderdelencontract te nemen dan wel zelfs de reserveonderdelen aan te kopen. Het is dan ook belangrijk om te onderzoeken hoe snel de onderneming aan reserveonderdelen kan komen, uit de normale leveranciers verkoopvoorraad om hiermee op het reserve onderdelencontract te kunnen besparen.
Voordelen van kopen is een eenmalige investering, dit kan goedkoper zijn dan een 10 jaarscontract van 25% van de brutoverkoopprijslijst per jaar te betalen voor on-site onderdelen of 15% voor of-site onderdelen.
De nadelen zijn:
Ceng - Engineeringskosten tijdens de looptijd
Doordat er aan proces plant steeds optimalisaties en uitbreidingen noodzakelijk zijn worden de process control systemen ook steeds aangepast en uitgebreid met nieuwe functionaliteiten en applicaties. Hoewel deze kosten moeilijk zijn in te schatten is het wel mogelijk om er een schatting van te maken als we onderstaande vragen kunnen beantwoorden:
Bijvoorbeeld zijn er voor het bouwen van een nieuwe tag drie verschillende acties nodig zoals (tag bouwen, tag Historiseren en systeemdocumentatie aanpassen) of kan dit in één actie geschieden?
Daarnaast komen hier de extra kosten voor hardware uitbreidingen terecht. Dus een inschatting wat dit voor prijs effecten heeft is belangrijk.
Is er tijdens de eerste aanschaf rekening gehouden met een bepaalde reserve capaciteit in het systeem toen het project startte? Een minimum reservecapaciteit van 10-15% is gebruikelijk. Dit geldt zowel voor hardware als voor licenties in verband met aantal te gebuiken tags.
Cenv - Environmental Costs, Milieukosten – duurzaamheid
De milieukosten worden veroorzaakt door oude- en defecte elektronica hardware, daarnaast de vervuiling die ontstaat door CO2 schade in relatie met de energiekosten.
Cd - Decommissioning/ afvoer kosten inclusief herstelkosten van de omgeving
De kosten van verwijdering van een systeem zullen marginaal zijn ten opzichte van de andere onderdelen.
De kosten bestaan uit de volgende posten:
Mocht naast het DCS systeem er ook een QCS (meet systeem in de papier- en kunststof industrie) dan komen er nog de kosten bij van de afvoer van de radioactieve stoffen. Deze kosten zullen aanzienlijk hoger uitvallen.
Total Life Cycle Costs
De kosten die voor de verschillende onderdelen zijn geschat bepalen samen de totale levenscyclus kosten. Dit geeft dan de mogelijkheid om de verschillende alternatieven naast elkaar te beoordelen.
Door de goede uitsplitsing is het mogelijk om de verschillende onderdelen te benoemen en als er geen waarde aan toegekend kan worden zal er een verklaring voor moeten worden gegeven.
Er dient tevens aandacht te zijn voor niet kwantitatieve beoordelingscriteria.
Daarnaast dient er rekening gehouden te worden met een aantal financiële factoren tijdens de ontwikkeling van een LCC.
Deze financiële zaken zijn onder andere:
Een kostbare post blijft vaak onzichtbaar tot dat het te laat is. Wat kost het om het systeem te vervangen. De “Barrier to Exit” de kosten die je verhinderen om te switchen. Scott McNealy (CEO Sun Computers), zei altijd dat technologie een houdbaarheidsdatum heeft die zich nog het beste laat vergelijken met die van een banaan. Dit is wat overdreven, maar we snapen wat hij bedoelde. ‘McNealy’s Law’ zou je het kunnen noemen. Als u op de hoogte bent van Moore’s Law[34] of Metcalfe’s Law[35], dan weet u ook hoe snel alle ontwikkelingen op het gebied van technologie gaan. Of u het nu koopt van leverancier A, leverancier B, of wie dan ook, de kans is groot dat er binnen anderhalf jaar iets beters is, veelal beter en goedkoper.
En als u daar dan iets langer over nadenkt dan begrijpt u dat uw grootste uitdaging niet ligt in: “Hoe krijg ik mijn IT-initiatief aan de gang?” Maar eerder in “Hoe kan ik over 18 maanden hier weer mee stoppen? Hoe stap ik over op het betere alternatief?”
Neem nu een financiële instelling, of een
mainframeomgevingen in het algemeen. Er is waarschijnlijk geen productcategorie
denkbaar met een slechtere prijs-prestatieverhouding dan het mainframe. Dus wat
is dan logischer dan overstappen op kleinere efficiëntere en zuiniger servers,
met minder stroomverbruik en meer performance? Niets. Toch is het ondoenlijk,
vanwege alle Cobol-code die in de applicaties zit. Gebruikers kunnen niet
switchen. Dat is te duur. Alles moet dan mee veranderen.
In de desktop omgeving is het niet veel anders. De ‘thin clients’ zijn in
talloze opzichten beter dan pc’s, goedkoper en veiliger, met een langere
levensduur. Toch gooit niemand zijn pc’s eruit. Omdat iedereen vast zit in
‘propietary’, vastgelegde file formats, ‘propietary’ applicaties en een
‘propietary’ omgeving. Enorme ‘barriers to exit’ derhalve.
Maar de meeste IT-beslissers denken niet aan deze problemen als ze gaan inkopen.
Ze betwijfelen of er iets aan te doen is, beschouwen het als een gegeven en
kennen de alternatieven onvoldoende. Het veranderen van omgeving zal altijd duur
zijn, ongeacht welke omgeving ze kiezen. Dat is het gangbare uitgangspunt. Toch
zou het hele speelveld echt drastisch kunnen veranderen als ze maar een paar
goede vragen zouden stellen:
Het feit dat u dezelfde technologie van meerdere aanbieders
kunt kopen verandert niets aan het feit dat u zich gebonden heeft aan één
technologie-eigenaar.
De antwoorden op deze vragen geven een goede indicatie van de kosten die gemoeid
zijn met het switchen naar een betere oplossing. Beslissers van it-investeringen
zouden er dus goed aan doen om iets verder te kijken. Niet alleen de kosten voor
aanschaf en exploitatie en onderhoud, maar ook de kosten van stoppen moeten
meegenomen worden. Dan pas kunnen we spreken van de ‘total costs of ownership[36].
Open systemen:
De DCS wereld bestaat voor een deel van de componenten uit open systemen IT en daarnaast nog steeds met een belangrijk deel ‘propietary’ systemen. Dit laatste zou waarschijnlijk ook nog wel meerdere jaren zo blijven, met als hoofdredenen:
De operatorstations uitgerust met een Windows (2000-, XP- of Vista) operating systeem en werken ze op een Dell of HP PC computer.
Op het eerste gezicht lijken dit open systemen te zijn, maar bij een nadere bestudering blijkt dat zowel in de hardware als in de operatingsysteem software aanpassingen zijn gedaan om het goed met de software van een DCS leverancier te laten samen werken.
Daarnaast leggen verschillende DCS leveranciers beperkingen op welke andere software (bijvoorbeeld Microsoft Office) op de operator stations mag draaien.
Door deze beperkingen is de open functionaliteit beperkt en er niet echt sprake van een open systeem.
Tijd
Zoals aangeven bij de paragraaf “levencyclus” kan de leeftijd van een geheel systeem meer dan 20 jaar bedragen, eventueel met een tussentijdse migratie en upgrade. Dit betekent dat de technologie in die periode meerdere keren is veranderd en er hard- en softwaremigraties hebben plaatsgevonden.
Technologie
De meest significante kosten kunnen ontstaan op een viertal vlakken:
Dit kan meerdere keren voorkomen tijdens de levensduur van het systeem. Tussentijds zijn de kosten onder te brengen bij het normale onderhoud.
Voor helder financieel management is onderscheid gemaakt tussen OPEX (operational expenditure) en CAPEX (capital expenditure).
Mullick en Dhole geven aan dat in de ontwikkelde economieën (VS, West Europa, Japan en Korea) de meeste CAPEX projecten worden gedaan om de OPEX te verbeteren door energiebesparing, knelpunten oplossen, beter voldoen aan milieu- en wetgeving. Terwijl in de ontwikkelende economieën (Midden Oosten, China en India) CAPEX investeringen hoofdzakelijk worden gedaan voor nieuwe infrastructuur en fabrieken om aan de groei behoefte en wereldwijde economie[37].
De strategie voor het financiële perspectief binnen de ontwikkelde economieën is het realiseren van een forse kostenreductie en het effectiever inzetten van de investeringsgelden.
De OPEX-kosten (exploitatiekosten) zijn gericht op operationele uitgaven voor het beheer van de systemen. Deze operationele uitgaven zijn kosten voor leveranciers van uitbestede diensten, personeelskosten en daaraan gerelateerde kosten. Deze kosten worden gemanaged door functionele beheerders.
De capex-uitgaven zijn investeringen in vernieuwingsprojecten. Deze uitgaven worden beheerd door projectmanagers. De doelstellingen voor opex en capex zijn verschillend. Opex moet de uitgaven aan toeleveranciers en eigen personeel fors verlagen. CAPEX moet de terugverdientijd verkorten en zorgen dat de baten worden geïncasseerd[38].
De CAPEX kosten worden gezien als de eenmalige ‘vaste’ kosten om het DCS systeem tot stand te brengen (hoewel uiteraard apparatuur na een aantal jaren ook vervangen dient te worden) en de OPEX als de terugkerende kosten om het systeem actief te houden.
Voor een lage LCC is het belangrijk dat naar de som van de capex uitgaven en de opex kosten wordt gekeken. Maar doordat de projectmanager vaak een installatie voor een bepaalde prijs moet neer zetten, meestal minder als eerst begroot, worden extra investeringen die op termijn de onderhoudkosten verlagen vaak niet meegenomen.
Tijdens de projectfase worden er besluiten genomen die voor het grootste deel daarna de operationele kosten zullen bepalen.
Onderstaande tabellen geven vanuit verschillende bronnen en gezichtpunten een overzicht van de kosten in de verschillende fasen.
Tabel 38 Percentage van de kosten gedurende de life cycle van het systeem[39]
Initial cost |
Installation, Commissioning & Start-up |
Operational Phase |
Maintenance |
Upgrades |
Decommissioning |
Other |
37.4% |
16,9% |
13.8% |
12.8 |
10.3 |
3.5% |
5.4% |
Tabel 39 Kostenverdeling voor een DCS vervangingsproject volgens Sarnia[40]
DCS |
Engineering/ ontwerp |
Bouwwerken |
Veld personeel |
Eindgebruik staf personeel |
Ander materiaal |
20% |
24% |
20% |
16% |
13% |
21% |
Peter Martin geeft aan doordat er geen effectieve manier is om de voordelen – opbrengsten van een DCS systeem te bepalen, er vaak wordt gekeken naar de laagste initiële prijs of LCC. Het bepalen van de laagste initiële prijs heeft geen zin omdat deze meestal minder dan 35% van det totale projectkosten is[41].
Volgens Kenonics Consultancy is een DCS investering op zich zelf maar een klein deel van de totale vervanging investeringskosten (zie het voorbeeld van Sarnia hiervoor). Daarnaast is een plantstilstand vaak vereist om een DCS implementatie te kunnen uitvoeren. Dit laatste maakt het voor het plant management dan ook niet aantrekkelijk om een vervangingsproject te starten.
Tabel 40 Levenscycluskosten onderverdeling Bron ISA 2006 [42]
Gemiddeld percentage kosten |
Systeem- prijs |
Initiële engineering-kosten |
Instal-latie kosten |
Jaarlijkse engineering-kosten |
Jaarlijkse operationele kosten (OPS) |
Jaarlijkse onderhouds-kosten |
eerste 5 jaar |
23,2% |
28,5% |
16,1% |
9,3% |
7,6% |
15,3% |
De data van deze tabel komt uit een onderzoek uit 1996. De data waar het overgaat, is 1991-1996. Wetende dat in de periode er na de hele verschuiving naar open systemen is gegaan. Hierdoor zal de verhouding systeemprijs en ten opzichte van de andere componenten nog ongunstiger uitvallen. De hardware wordt steeds goedkoper en de software steeds complexer. Daarnaast is de houdbaarheidstermijn van de hardware een stuk lager geworden.
Als we kijken naar de kostenverdeling buiten de DCS wereld zien we dat de gebruikkosten een veelvoud zijn van de kapitaallasten.
Tabel 41 Lange termijnkosten voor bezit en gebruik gebouwen[43]
Kapitaallasten |
Gebruikskosten |
Kosten voor het bedrijf (incl personeels) |
1 |
5 |
200 |
Gartner heeft in 2001 een onderzoek gedaan naar IT uitgaven. We zien daarbij het volgende beeld. De IT uitgaven stijgen als percentage van de omzet wat voornamelijk komt door een verdere uitrol van E-Business. Het tweede dat we zien dat door de technologie wijziging van mainframe naar PC cliënt naar Web technologie de kosten stijgen
Fig. 46 IT Uitgaven als percentage van omzet [44].
Bij een onderzoek van Gartner naar een Server TCO model kwam de onderstaande kostenverdeling tot stand. Ook in deze verdeling zien we een Capex – Opex verdeling van 15
staat tot 85, wat ongeveer weer de verhouding 1 staat tot 5 is zoals in de voorgaande overzichten.
Tabel 42 De Vier TCO categories Gartner Group server mode[45]
Kosten categorie |
Bijdrage tot TCO |
Voorbeelden activiteiten |
Administratie |
5% |
Overhead Leverancier management |
Hard- en software |
15% |
Uitgaven en afschrijvingen Upgrade Verbruiksmateriaal |
Operatie |
40% |
Ondersteuning Gebruikskosten Onderhoudskosten Planning en processen Evaluaties Virus bescherming upgrade |
Downtime |
40% |
Gepland en ongeplande stilstanden Gebruikers oorzaak |
.
Om een goede berekening te kunnen uitvoeren is het noodzakelijk om de te verwachte levensduur te kunnen voorspellen. Deze is echter verschillend voor de verschillende onderdelen. Ontwikkelingen op softwaregebied gaan aanzienlijk sneller dan op het niveau van veldklemmen.
Ken Keiser en Todd Stauffer hebben onderstaand model gepresenteerd ten aanzien van hardware.
Fig. 47 Levensduur DCS componenten [46]
Tabel 43 Verwachte levensduur DCS onderdelen volgens Turrie [47]
Technologie |
Levens verwachting |
Proprietary control systemen |
15 tot 25 jaren |
Applicaties |
Één tot drie jaar |
operating systemen |
Drie tot vijf jaren |
computer hardware |
Vijf tot zes jaren |
Turrie presenteerde bovenstaande gegevens op de Honeywell US 2007 usergroup in Phoenix.
Door Daniel Dobbeleer wordt een levensduur 3-5 jaar voor open systemen aangegeven[48].
Gartner geeft aan dat als de hardware minder dan 24 maanden oud is het mogelijk is om de hardware ergens als een “computer” in te zetten. Hardware die drie of vierjaar is heeft alleen nog waarde als reserve onderdeel.
Fig. 48 Restwaarde versus technologische levensduur IT uitrusting[49]
Uit het ARC onderzoek blijkt dat de gemiddelde leeftijd van de oudste DCS systeem bijna 17 jaar oud is en voor het nieuwste systeem gemiddelde drie jaar. Dit bevestigd de ARC aanname dat de gemiddelde leeftijd over de 20 jaar kan zijn en dat gebruikers er de voorkeur aan geven om het systeem geleidelijk aan te passen in plaats van een “Rip and Replace” benadering[50].
Categorie vraag: |
Gemiddeld |
Leeftijd van uw Oudste Process Control Systeem |
16,9 jaar |
Laatste Hardware uitbreiding in uw oudste Process Control Systeem |
4,7 jaar |
Laatste Software Versie in uw oudste Process Control Systeem |
4,0 jaar |
Leeftijd van uw nieuwste Process Control Systeem |
3,0 jaar |
Pijnenburg gaat er vanuit dat het basis systeemontwerp meer
dan 20 jaar mee kan en dat de gemiddelde leeftijd van een systeem 10 jaar is.
Uitgaande dat de plant levensduur 40 jaar is, zullen er dus minimaal vier grote
migraties – vervangingen plaats vinden gedurende de levensduur van de plant[51].
Dit komt doordat de levenduur van een elektrotechnische installatie een aantal
malen korter is dan de levenduur van een civieltechnische- of het
werktuigbouwkundigedeel van het project[52].
Producten hebben de volgende statussen in hun levensperiode:
· Current product = Actueel product, normaal te bestellen
· Withdrawn product = Het product is terug getrokken uit de actieve verkoop.
· Obsolete product = Verouderd, in deze thesis equipement die commercieel terug getrokken is en/of niet meer de leverancier wordt ondersteund met services.
Fig. 49 Equipment Life Cycle - vanuit leveranciers oogpunt bekeken
Gedurende de actieve periode verkopen en ondersteunen DCS leveranciers hun equipement. Gedurende de “obsolescence” periode verkopen de leveranciers nog steeds reserveonderdelen. Volledige ondersteuning is gegarandeerd gedurende een “withdrawal" periode en een “best effort support” gedurende de “death periode” . Daarna zal de “eindperiode intreden en de DCS leverancier de ondersteuning geheel stoppen. Een “obsolescence” melding van een DCS leverancier is het eerste signaal dat er mogelijk toekomstige betrouwbaarheidsproblemen ontstaan. Eindgebruikers technische diensten dienen dan ook een risico inschatting te maken van hun huidige DCS installatie. Als de situatie te kritisch wordt dient de operationele afdeling te worden geïnformeerd over de kritische situatie. De Technische afdeling zal dan gesprekken met de DCS leveranciers opstarten om mogelijke oplossingen te onderzoeken om ondersteuning te garanderen na de normale ondersteuningsperiode. De relatie tussen eindgebruiker en DCS leverancier is complex en is het beste te omschrijven tussen een combinatie van zakenpartners en concurrentie.
De eerste aanzet voor een analyse zou moeten zijn om te bepalen wat de actuele status is van de componenten. De oplossingen die daarna mogelijk zijn, zijn verschillend per leverancier.
Fig. 50 Functionaliteit levenscyclus profiel (Keiser - Stauffer)
In 2004 heeft de ARC een enquête gehouden naar onderhoudskosten van een DCS[53]. Return on assets en levenscyclus kosten zijn de hoofdonderwerpen die de DCS eindgebruiker vandaag de dag bezighouden. Het doel van de enquête was te bepalen welke kosten de eindgebruikers rond de globe ervaren en hoe ze er mee om gaan. Uit het onderzoek bleek dat de huidige DCS systemen nog steeds een lange levensduur hebben. ARC geeft aan dat onderhoud een significant potentieel heeft voor het reduceren van Cost of Ownership. ARC adviseert dan ook de gebruikers om te kijken naar hun onderhoudsstrategie en mogelijkheden om besparingen te realiseren.
De respondenten uit het ARC onderzoek gaven aan dat de gemiddelde installatiekosten van hun DCS $ 1.524 miljoen waren. De gemiddelde onderhoudskosten op jaarbasis tegen de 9% van de installatiekosten bedragen en de jaarlijkse onderhoudskosten circa 5% van de totale plant en onderhoudskosten bedragen. Daarnaast wordt er voor circa $62.000 jaarlijks uitgegeven aan reserveonderdelen per DCS systeem.
De jaarlijkse kosten voor training voor onderhoud per control systeem zijn zelfs iets hoger namelijk $ 66.700.
Vergeleken met onderhoudskosten geeft een investering in training zelfs een directer positiever bedrijfresultaat op ten aanzien van de plant efficiency. Het is dan ook goed om te kijken of de operators, onderhoudstechnici en engineers het maximale uit de trainingsinvestering halen.
DCS upgrade en migraties kunnen een significante bijdrage leveren aan extra kosten, zeker als we denken aan zaken zoals extra training, display migraties en de kosten voor offline upgraden.
Gebruikers moeten kijken naar wegen om de pijn bij een upgrade en migraties te beperken.
De meeste leveranciers bieden tools en oplossingen om de pijn tijdens een migratie te verkleinen van hun bestaande legacy systeem naar een nieuw systeem van dezelfde leverancier of van een andere leverancier.
Proces Graphics – Een significante investering
Het aantal proces graphics per DCS systeem is significant. ARC vond de volgende gemiddelde getallen per complexiteit categorie:
complexiteit |
Gemiddeld aantal displays |
Lage complexiteit <= 20 actieve datapunten |
71 stuks |
Gemiddelde complexiteit 21-100 actieve datapunten |
73 stuks |
Complexe graphics met meer dan 100 datapunten |
54 stuks |
Voor grotere installaties kunnen deze aantallen nog behoorlijk oplopen. Een aantal aantallen voorbeelden van bedrijven en hun aantal van proces graphics is:
Bedrijf |
Totaal aantal displays |
De Eendracht Karton te Appingedam |
circa 800 stuks |
Shin Etsu te Rotterdam
|
circa 300stuks [54] |
Delesto te Farmsum
|
circa 1.600 stuks [55] |
Uitgaande van 8 werkuren gemiddeld per display komt dit neer op 750-1000 euro per display en is dit een significante investering welke de eindgebruiker moet meenemen in zijn besluitvorming bij een migratie of vervanging van een DCS systeem.
Hardware en software modificaties
Uit het 2004 ARC[56] onderzoek blijkt dat er gemiddeld drie belangrijke hardware modificaties per jaar aan het systeem plaats vinden en iets minder dan 8 belangrijke software wijzigingen.
Dit geeft aan dat er om de paar maanden een belangrijke software modificatie plaats vindt en dit is voor eindgebruikers een belangrijke reden om online te kunnen upgraden en een hogere servicegraad te krijgen van de hun leveranciers ten aanzien van software.
Naast de kostenposten zijn er nog een aantal zaken die een rol spelen in de uiteindelijke selectie fase beoordeling. Dit zijn zaken als:
Average Percentage of I/O for Digital Output: 25.8%
Levertijden:
Bij een snelle levering en implementatie is kunnen de besparingen sneller worden gerealiseerd
Betalingscondities:
Bij betalingscondities bestaan de volgende mogelijkheden:
Hoe is de betalingsregeling gedurende het project?
Een mogelijke verdeling is:
Een andere mogelijkheid kan zijn de laatste 40% van de betaling te koppelen aan actuele prestatie verbetering van de plant zoals die afgesproken is tijdens de businesscase garantie.
Doordat een groot deel van de kosten na de initiële kosten vallen zijn zaken als betalingsperioden van belang.
Is het per maand vooruit betalen of per half jaar achteraf, mogelijk gekoppeld aan bepaalde prestaties?
LCC = Cp+ Cic + Cin + Ce + Co + Cm+ Cu+Cr+Ceng+ Cs + Cd +Cenv
Hieronder staat een detail opsomming van de van de verschillende componenten die onderdeel uitmaken van verschillende kostenposten bij een LCC berekening.
1. Cp -DCS System price
The purchase price for the DCS system to DCS vendor
a. Hardware;
i. Operator Stations;
ii. Servers;
iii. Controllers;
iv. IO cards;
b. Networks;
c. Software
i. Application software;
ii. Databases;
iii. System software.
iv. Other software;
d. Services;
i. Project management;
ii. Training
1. Operators
2. Maintenance
3. Engineers
2. Cic Initial rest Investment costs[1]
a. Art (sometimes needed govement projects 1% of initial price);
b. Auxility equipment
i. (HVAC);
ii. Power (UPS);
c. Consulting;
d. Customization;
i. Engineeringscost design;
ii. Engineeringscost drawings;
iii. Engineeringscost regulatory issues;
iv. Engineeringscost for cooling;
e. Inventory of spare parts;
f. Managing the implementation of the product into the business;
g. Modification to (internal) other software to interface or communicate with DCS application;
h. Network management, (central IT rules);
i. Other software needed to run the product;
j. Purchase order administration;
k. Testing and inspection (FAT);
l. The bid process;
m. Training cost man hour (Operators, Maintenance, Engineers);
n. Travel cost internal organisation – To meetings- FAT reference visit.
Cin - Installation and Commisioning (start-up) costs
a. Commissioning cost;
b. Connecting of electrical wiring and instrumentation;
c. Connection of auxiliary systems and other utilities;
d. Electrical connections to equipment;
e. Foundation – design, preparations;
f. Managing the implementation of the product into the business;
g. Networking;
h. Performance evaluation at start-up;
i. Rackroom building (Footprint hardware);
j. Setting and Grouting of equipment on foundation;
k. Testing (SAT).
Co Operation cost[2]
a. Accommodation;
b. Betrouwbaarheid (Hardware, software en configuratie);
c. Cleaning Schoonmaakkosten;
d. Complexiteit (topologie, software, procedures);
e. Inspectiekosten;
f. Insurance[3] - Verzekeringskosten.
g. Investeringswaarborgen (lange termijnondersteuning, migratie en softwarebescherming);
h. Kennis (Training, toepassing, ondersteuning);
i. Onderhoudscontract, remote onderhoud;
j. Software licenties (aanschaf, licentiekosten voor uitbreidingen);
k. Visit usergroups.
Cs Downtime and loss production costs
a. Downtime (van productie installatie) tijdens installatie;
b. Downtime (door technisch falen systeem);
c. Downtime (door menselijk falen – productie – onderhoud – enginering);
d. Downtime (van productie installatie) tijdens migraties.
( het niet kunnen produceren doordat systeem niet beschikbaar is)
Ce Energy costs
Cm Maintenance and repair costs (scheduled & unscheduled)
a. Antivirus software werkzaamheden;
b. Back-ups;
c. Documentation;
d. Elektrische preventieve controle werkzaamheden;
e. Elektrische preventieve vervangings werkzaamheden;
f. Patch management (bugs);
g. Patch management (security);
h. Systeem status bewaking;
i. Tuning van control loops;
Cu Upgrade en licentiekosten
a. Bug fixes;
b. Updates;
c. Upgrades;
d. Technologie refreshment programs.
Cr Reserve onderdeel contracten
a. Spare parts contracts en on-site – voorzieningen;
b. Spare parts contracts of-site – voorzieningen;
c. Spare parts purchased by Owner Company.
Ceng Engineeringscost
a. Aanschafkosten nieuwe engineeringssoftware;
b. Compliance management;
d. Network monitoring;
e. Performance management;
f. System improvements – Systeem en plant verbeteringen;
g. Uitbreidingen met een extra hardware;
h. Uitbreidingskosten extra licenties;
1. Engineeringstools;
2. Multischerm toepassingen;
3. Simulatie;
4. Operator werkstation licenties;
5. Historisatiepunten licenties;
6. I/O licenties (AI, AO, DI, DO, Fieldbus, Profibus);
7. Systeem omvang Database licentie;
8. Tuning;
i. Uitbreidingen met een extra station;
j. Uitvoeren modificaties.
Cd Decommissioning/disposal exit costs, incl restoration of the local environment
Cenv Environmental Costs, Incl disposal parts
Financiële kosten
[1] Pump life cycle Costs, by N.a. (Washington, D.C.: Office of industrial Technologies energy efficiency and renewable energie US Department of energy, 2001), 5.
[2] Kelder Marcel, "Aanschaf van een DCS systeem," Automatie, Nr. 5, 2004, 4-6.
[3] Mearig Tim, Coffee Nathan. Morgen Michael, Architect, Life cycle cost analysis handbook, (Juneau, Alaska: State of Alaska - Department of Education & Early Development, 1999), 23.
[1] Y.S. Kolarik Sherif, W.J, "Life Cycle Costing: Concept and Practice," The international journal of management science 9, no. 3 (1981): 151-156.
[2] K.L Wübbenhorst, "Life Cycle Costing for Construction Projects," Long Range Planning 19, no. 4 (1986): 87-97.
[3] N.A, "LCC, TOC and WLC," NATO Research and Technology Organisation, N.D, http://ftp.rta.nato.int/public//PubFullText/RTO/TR/RTO-TR-058/Report/html/TR-058-11.htm. (accessed 30 november, 2007).
[4] Scottish Procurement Directorate, 27 september, 2004, "Whole Life Costing," http://www.eprocurementscotland.com/toolkit/Documents/Whole%20Life%20Costing%203.pdf. (accessed 11 December, 2007).
[5] C. Drury, Management & Cost Accounting, Fifth Edition (London: Thomson Learning UK,, 2000).887-891.
[6] L.M Ellram, "Total Cost of Ownership: a key concept in strategic cost management decisions," journal of business logistics, 19, no. 1 (1998): .
[7] D.G Woodward, "Life cycle costing - theory, information acquisition and application," International Journal of Project Management 15, no. 5 (1997): 335 - 344.
[8] Martin Mike Gradis Harwell, Griggs Marcus, Joop Frank, "Four views on control system Life-Cycle management," Intech (Juli 1996): 43.
[9] Veefkind Menno, ASSESSMENT OF BUSINESS EFFECTIVENESS OF GREEN DESIGN OPTIONS (MUNICH: Delft University of Technology, Sub-faculty of Industrial Design Engineering, AUGUST 24-26 1999), 6, INTERNATIONAL CONFERENCE ON ENGINEERING DESIGN.
[10] Reginald B. H. Kumaran Senthil D, Nee A Y C, "Environmental Life Cycle Cost Analysis Of Products," National University Of Singapore, 27 April, 2000, http://www.lcacenter.org/InLCA/pdf/4cKumaran.pdf. (accessed 9 december, 2007).
[11] Hartman Arjen. "Life-cycle costing en infrastructuur, Siemens" (master's thesis, Universiteit Twente, Enschede, 2007), 15.
[12] Mathis R. Christopher, LIFE CYCLE COSTS: Understanding The REAL Challenges of Sustainability (Chicago: 2003), 4, The Energy & Environmental Building Association’s (EEBA).
[13] Alphonse J. Dell'Isola, Kirk, Stephen, Life cycle cost data (New York: McGraw-Hill, 1983), 3.
[14] Woodward D.G, "Life cycle costing - theory, information acquisition and application," International Journal of Project Management 15, no. 6 (1997): 335-344.
[15] Martin Mike Gradis Harwell, Griggs Marcus, Joop Frans, "Four views on Control System life-cycle management," Intech (juli 1997): 42-46.
[16] Wübbenhorst K.L, "Life Cycle Costing for Construction Projects," Long Range Planning, 19, no. 4 (1986): 87-97.
[17] Ellram L.M, "A taxonomy of total cost of ownership models," Journal of Business Logistics, 15, no. 1 (1994).
[18] N.A, "Total Cost Of Ownership," 12manage, 12 april, 2004, http://www.12manage.com/methods_tco_nl.html. (accessed 9 december, 2007).
[19] Hartman A. "Life-cycle costing en infrastructuur, Siemens." Master's thesis, Universiteit Twente, Enschede, 2007 24.
[20] Garry Roedler, What is ISO/IEC 15288 and Why Should I Care? (US Head of Delegation for JTC1/SC7/WG7, US TAG TG7 Lead, Lockheed Martin Management and Data Systems, 2002), http://www.incose.org/delvalley/iso_iec_15288.pdf Powerpoint Presentation.
[21] Magee Stan, "Iso/iec 15288 Website Introduction," 15388.com, oktober, 2002, http://15288.com// (accessed 2-december 2007).
[22] Systems Engineering Domain Special Interest Group (se Dsig), 23 july, 2002, "Iso/iec 15288 The System Life Cycle Process Standard For The 21 21st St Century," http://syseng.omg.org/_ISOIEC15288.pdf. (accessed 2 december, 2007).
[23] Drury C, Management & Cost Accounting, Fifth Edition, (London: Thomson Learning, 2000).
[24] Taylor W.B, 1981, "The use of life cycle costing in acquiring physical assets," Journal of Long range Planning 14, no. 6: 32- 42.
[25] F. Morgan Lefley, M, "A new pragmatic approach to capital investment appraisal: the financial appraisal profile (FAP) model," <I>International journal of production economics</I> 55 (1998): 321-341.
[26] Van der Hoeven Marco, "Tips voor ‘groentjes’ - Leahy Kevin 'CIO kunnen 80% besparen op stroomkosten datacenter" IT Executive bijlage Greening the enterprise, november, 2007, 8.
[27] Van der Lugt Jan, "Rol milieu bij investeringsbeslissingen zal groeien- Onderzoek energie nog ondergeschoven kindje," IT Executive - Greening the enterprise, november, 2007, 20.
[28] Walbeek Rutger van Coolwijk Patrick van de , "SCC levert complete flexibele ICT-Structuur," interview by N.A (Bodegraaf), IT Executive Commercile bijlage Focus op [IT en financieel] Management (12 2007): 17.
[29] Fitchett Don, "What Is The True Downtime Cost (tdc)?," The Association For Facilities Engineering (AFE), 2002, http://www.afestlouis.org/Download/True_Downtime_Cost.pdf . (accessed 2 December, 2007).
[30] Sondaline Mije Fitchett Don, True Downtime cost analysis (: , ).
[31] Gray Benjamin, "Things To Consider When Preparing For Windows Vista," Forrester, 9 augustus, 2007, http://www.forrester.com/Research/Document/Excerpt/0,7211,42129,00.html. (accessed 27 november, 2007).
[32] Netwerk Gebruikersgroep Nederland, Tiel, Brief aan Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) ter attentie van de directeur-generaal, Betreft: Klacht inzake misbruik van economische machtspositie gericht tegen Microsoft B.V.31 oktober, 2001,.
[33] Steman Earl, Choosing the best IP PBX solution Provider (2004), Gartner.
[34] De Wet van Moore stelt dat het aantal transistors op een computerchip door de technologische vooruitgang elke 18 maanden verdubbelt
[35] De werking en toegevoegde waarde van netwerken is afhankelijk van het aantal leden c.q. gebruikers van een netwerk. Robert Metcalfe, ethernet pionier en stichter van 3Com, stelde reeds in 1995 dat de waarde van een netwerksysteem gelijk is aan het kwadraat van het aantal gebruikers van het systeem.
[36] Dorsthorst Martin, "Te duur op te stoppen," Computable, 3 november, 2006, 23.
[37] Dhole V. Mullick S, "Consider Integrated plant design and Engineering," Hydrocarbon Processing, December, 2007, 81.
[38] Borm Fons, "Bedrijfsvoering ict-afdeling ‘vergeten," Computable, 20 januari, 2006, .
[39] O’Brien Larry, Process Control System Pricing Trends (Detham: ARC Advisory Group), 27, ARC Advisory Group.
[40] Sarnia, Referinery Automation Planning and Vendor Selection Study (: Shell Canada Products Ltd), Shell internal 1996.
[41] Marten Peter G., "35 Automation Benifits and Project justification," in A Guide to the automation Body of knowledge, ed. Travathan Vernon L (: ISA, 2006), 446.
[42] Martin G. Peter, "Chapter 35 Automation Benefits and Project Justifications," in A Guide to the Body of Knowledge 2nd Edition, ed. Vernon L. Trevathan (: ISA, 2006).
[43] N.a, <I>The long term costs of owning and using buildings</I> (: The Royal Academy of Engineering UK, november 1998); quoted in Erskine Jonathan Dowdeswell Barrie, <I>Levensduurkosten - Kapitaalinvesteringen in gezondheidszorgvoorzieningen’</I>, vol. report 601 (Culemborg: EU Health Property Network, ), 5.
[44] Case Studies: New tacktics for active Containment of IT costs - Delivering a Difficult Economics Message: It spending Will increase, by Howard Steven, Gartner (: Gartner, 2001), 5.
[45] Silver M, Gartner Group Strategic Analysis Report R-09-9332 (: , 1999); quoted in N.A, Reducing Total Cost of Ownership with VMware Server Software (Palo Alto: VMware inc, 2002), 2.
[46] Stauffer R. Todd Keiser Ken, Approaches for Migration of Legacy DCS Systems to Maximize Return on Existing Assets (: ISA, EXPO 2005 Siemens, 2005), ISA, http://www.isa.org/filestore/Division_TechPapers/GlassCeramics/TP05ISA288.pdf.
[47] Larson Keith, "Process Automation Technologies - Pain Relief For Open-systems Complexity," Control Global, 1 augustus, 2007, 2007, http://www.controlglobal.com/articles/2007/233.html. (accessed 29 Augustus, 2007).
[48] Daniel De Dobbeleer, interview by author, 7 November, 2007, upgrade from TDC to Experion: Technical solutions, justification and best pratices, Honeywell EMEA UG 2007, Salzburg.
[49] Welch M, TCO Life Cycle Mngt Cost Reduction Equipment. -How will organizations apply the lessons of TCO to reduce equipment life cycle costs? (: GartnerGroup, 1998), 7.
[50] O'Brien Larry, DCS Worldwide outlook (: ARC), 101, ARC.
[51] Pijnenburg Frank, System Life Planning Controlling the control system (Soestduinen: Emerson Exchange Netherlands 2005 - DSM GMCC), 6, Emerson.
[52] Hartman Arjen, "Life-cycle costing en infrastructuur" (master's thesis, Universiteit Twente, Enschede, 2007), 10.
[53] O'Brien Larry, Hill Dick, Woll Dave. DCS worldwide outlook Market analysis and forecast though 2008 (Dedham MA USA: ARC Advisory group), 21, ARC.
[54] Reiden Leen van der, interview by author, 7 November, 2007, Salzburg Honeywell EMEA UG 2007.
[55] Assink Henk, interview by author, 8 November, 2007, Salzburg Honeywell EMEA UG 2007.
[56] O.Brien Larry, DCS WW outlook 2004 (), 101, ARC.
When you need specific information please send my a e-mail.
18-10-2009